Rianne leest: ‘Legati da un filo’ van Emilia Cinzia Perri

‘Un amico è qualcuno con cui puoi essere te stesso. Con lui puoi parlare di qualsiasi argomento, perché un amico non ti giudica, e a tua volta lo ascolti senza giudicarlo.’

[‘Een vriend is iemand bij wie je jezelf kunt zijn. Met een vriend kun je overal over praten, omdat een vriend je niet veroordeelt. En op jouw beurt luister je zonder oordelen naar je vriend.’

Emilia Cinzia Perri heeft al aardig wat publicaties op haar naam staan. Ze verwerkt alles wat ze meemaakt graag in stripverhalen en boeken. Haar kinderboek (11+) Legati da un filo [Door een draad verbonden] heeft in 2021 de Premio Il Battello a Vapore gewonnen. Deze prijs is in het leven geroepen door het kinderboekenfonds van uitgeverij Edizioni Piemme, om kinderboeken van nog redelijk onbekende Italiaanse schrijvers voor het voetlicht te brengen en om deze schrijvers te helpen debuteren.

Jezelf durven zijn

Legati da un filo speelt in het begin van de twintigste eeuw in een klein dorpje in de Amerikaanse staat Louisiana. De elfjarige Fred heeft rood haar en is dol op naaien en borduren. Hij heeft deze handwerkkunsten geleerd van zijn moeder en opa. Alleen durft Fred er niet mee te koop te lopen, omdat handwerk sinds jaar en dag als ‘vrouwenwerk’ gezien wordt. 

Fred is zo bang voor het oordeel van anderen, dat hij aanvankelijk ook zijn vriendschap met Nick geheim probeert te houden. Nick is nieuw in de klas, dol op lezen en heel goed in leren. Dan komt Diana zijn leven in. Ze is het opgewekte nichtje van zijn buren. Ze valt buiten de boot in het dorp, omdat ze niet wit is. Maar haar kan het niets schelen. Dankzij Diana leert Fred wat respect voor jezelf en voor anderen betekent, en wat echte vriendschap is.

Mooie levenslessen

Via de oom van Fred, een fervent reiziger, deelt Emilia Cinzia Perri een aantal mooie levenslessen. Zoals de les over vriendschap waar deze beschrijving mee begint. En de tekst op de achterkant van het boek:

‘Fred, non importa che tu sia un maschio o una femmina, puoi fare quello che vuoi, se non reca danno agli altri. L’importante è che tu sia felice.’

[‘Fred, het maakt niet uit of je een jongen of meisje bent. Je kunt doen wat je wilt, zo lang je anderen daarmee geen pijn doet. Het belangrijkst is dat je gelukkig bent.’]

Een belangrijke boodschap voor elk kind, en ook voor elke volwassene. Wees wie je bent.

Eenvoudig en soms frustrerend

Het boek is in eenvoudige taal geschreven, passend bij de doelgroep. De verhaallijnen zijn duidelijk en het is eenvoudig om met de personages mee te leven, omdat ze zo herkenbaar zijn. Zelfs de ‘slechteriken’ in het verhaal wekken soms empathie op.

De frustratie komt vooral door de tijdsgeest. Soms vergeet je even dat het boek in het begin van de twintigste eeuw speelt en dat de maatschappij toen heel anders in elkaar zat dan nu, honderd jaar later. Hoewel het misschien nog frustrerender is dat sommige zienswijzen helaas bitter weinig veranderd zijn.

Legati da un filo is een fijn kinderboek over jezelf durven en mogen zijn. Zo’n boek waar er nooit te veel van kunnen zijn.

Legati da un filo – Emilia Cinzia Perri
Piemme, 2022

 

Rianne leest: ‘La casa viola’ van Marco Erba

‘Non voglio una vita perfetta, voglio una vita felice. Non c’è felicità senza ricordo, senza amore. Non c’è felicità senza dolore.’

[‘Ik wil geen perfect leven, ik wil een gelukkig leven. Geluk bestaat niet zonder herinneringen, zonder liefde. Geluk bestaat niet zonder pijn.’]

Na veel boeken voor jongeren, heeft een van mijn favoriete Italiaanse schrijvers weer een boek geschreven voor kinderen vanaf 8 jaar. La casa viola [Het paarse huis] is een redelijk dun boek, zo’n 160 bladzijden, maar niet minder indrukwekkend dan de andere boeken van Marco Erba. Het verhaal bevat alle thema’s die ik inmiddels als echte Erba-thema’s ben gaan zien: zelfreflectie, vergiffenis, mededogen en acceptatie. En dat allemaal in een spannend jasje gegoten dat zeer goed aansluit op de belevingswereld van kinderen.

Een perfect leven

Clelia heeft een perfect leven en een stralende toekomst voor zich. Ze is de ster van het meisjesvoetbalteam, haar ouders geven haar alles waar ze maar om vraagt, ze heeft de liefste hond van de wereld, ze woont in het beste dorp en de jongen waar ze een oogje op heeft, vindt haar ook leuk. Toch knaagt er af en toe iets, al weet ze niet precies wat. En ze wordt op onverklaarbare wijze aangetrokken door het paarse huis. Niemand komt ooit bij dat huis in de buurt, want het spookt er. Toch lijkt ze er niet weg te kunnen blijven. Zelfs niet als ze rare visoenen krijgt van een leven dat op het hare lijkt, maar waarin soms verdrietige dingen gebeuren. 

Spanning en belangrijke vragen

De titel en korte plotbeschrijving op de achterflap waren intrigerend genoeg om dit boek meteen te kopen. En dat komt echt niet alleen doordat paars (viola) mijn lievelingskleur is! Ik was benieuwd naar welke rol het paarse huis zou spelen in Clelia’s perfecte leven. Al gelijk in de eerste hoofdstukken ontdek je dat het paarse huis een soort toegang is tot het andere, minder perfecte maar wellicht authentiekere leven dat Clelia zou kunnen leiden. Waar je als lezer eerst ook een beetje bang bent voor dat dreigende huis, hoop je uiteindelijk dat Clelia er binnen gaat. Je wil namelijk dolgraag weten hoe dat andere leven er dan uit ziet. Bovendien wordt Clelia’s leven in Margerita juist door die perfectie steeds enger. 

Ondanks dat ik niet per se meer tot de doelgroep behoor (ik ben 35+ en niet 8+), kon ik dit boek niet wegleggen. Marco Erba behandelt thema’s die in elke leeftijdsgroep spelen en belangrijk zijn. En hij beschrijft ze op zo’n manier, dat je ook als volwassene aan het denken wordt gezet over wat er beter is: een perfect leven of een authentiek bestaan. 

La casa viola – Marco Erba, Ancora, 2022.

Rianne leest: ‘Quando mi riconoscerai’ van Marco Erba

‘Se avessimo tutto il coraggio di fare i diversi, forse le cose andrebbero meglio.’

[‘Als we allemaal dapper genoeg waren om anders te zijn, zou het nu misschien beter gaan.’]

Na La città d’argento was ik erg benieuwd naar wat Marco Erba nog meer geschreven had en of me dat net zo zou raken als dit prachtige boek. Dus kocht ik Quando mi riconoscerai [Wanneer je me herkent], uitgebracht in 2018. En hoewel de voorkant niet echt vernieuwend is (er zijn best veel jongerenboeken met een roodharig meisje op de voorkant, zoals bijvoorbeeld de boeken van Enrico Galiano over Gioia) is het verhaal dat wel.

Een klein Italiaans dorp

Niet alleen Italo, Rodolfo, Camilla en Enea staan centraal in dit verhaal dat 50 jaar omspant, maar ook het dorp Castenate. Castenate is een niet bestaand dorp in Noord-Italië, maar is natuurlijk gebaseerd op talloze bestaande Italiaanse dorpen. 

Net als in vrijwel heel Italië staan in 1935 de fascisten er aan het roer. De lokale afdeling wordt gerund door capo Giorgio Fontana. Hoewel er genoeg dorpelingen zijn die het niet eens zijn met de fascisten, komt er niemand echt in opstand. Iedereen houdt het hoofd gebogen en gaat door met leven. Maar dan sluit Mussolini een pact met Hitler en wordt Italië de oorlog in gesleurd. En hoewel ze in Castenate niet aan de frontlinie zitten, zijn ook hier de gevolgen goed voelbaar. De jonge mannen worden opgeroepen voor het leger, sommige duiken onder en andere geven gehoor aan de oproep. Fontana en zijn mannen drukken elke vorm van opstand gewelddadig de kop in. Als het einde van de oorlog nadert en een nederlaag voor de fascisten niet meer af te wenden lijkt, worden de opstandige geluiden in het dorp sterker. Een groep jonge mannen, de partizanen, maakt plannen om het fascistisch regime in het dorp omver te werpen, met grote gevolgen. En ook in de decennia na de oorlog werkt de strijd tussen de fascisten en de partizanen nog lang na in Castenate. 

Twee tijden, één verhaal

Net als in Città d’argento beschrijft Marco Erba ook in Quando mi riconoscerai twee verhalen, één in het verleden en één in het heden, die elkaar uiteindelijk kruisen. Of eigenlijk loopt het verhaal van de tweeling Italo en Rodolfo, dat in 1935 begint, door tot in 2010. Het verhaal van Enea en Camillia begint in 1987 en kruist in 1998 dat van de tweelingbroers.

Rodolfo en Italo zijn een eeneiige tweeling en lijken dus sprekend op elkaar, ze hebben zelfs dezelfde hartvormige moedervlek op hun rechterhand. Maar ze hebben compleet andere karakters. Italo is rustig, meegaand en weet wanneer hij zijn mond moet houden, en Rodolfo is opstandig, intens en komt geregeld in de problemen omdat hij zijn mond niet kan houden. Rodolfo is fel tegen de fascisten, en in het bijzonder tegen Giorgio Fontana en zijn loopjongen Aristide Broglia. Toch krijgt hij Viola, de mooie dochter van de fascisten-capo, niet uit zijn hoofd. Terwijl zij juist voorbestemd lijkt te zijn om te trouwen met zijn aartsvijand Aristide. Wanneer de regering alle jonge mannen oproept voor de dienstplicht, is het de kalme Italo die onderduikt en meldt de opstandige Rodolfo zich wel bij het leger, want hij gaat nooit een uitdaging uit de weg. Samen met Aristide wordt hij naar het front in Rusland gestuurd, waar hij nooit meer van terugkeert. Het is aan Italo om verder te leven in het Italië van na de oorlog, voor zichzelf en voor zijn tweelingbroer. 

In 1987 begint Camilla aan haar eerste dag op de basisschool. Vanwege haar rode haren en haar felheid wordt ze ook wel ‘la strega’ genoemd, de heks. Meteen de eerste dag botst ze met de rustige, superslimme Enea (Aeneas), een jongetje dat alle letters al kent en vernoemd is naar een hoofdfiguur uit de klassieke literatuur. Enea is elke middag na school bij zijn oma, omdat zijn ouders werken. Hij is dol op haar en snapt niet waarom de mensen in het dorp haar een hoer noemen en waarom hij en zijn vader zijn oma’s achternaam dragen en niet die van zijn opa. Maar als hij naar zijn opa vraagt, wordt hij steevast afgekapt. De jaren verstrijken en na veel strijd sluiten Camilla en Enea uiteindelijk vrede. Er ontstaat een hechte vriendschap. Enea zou die vriendschap graag veranderen in een romantischere relatie, maar Camilla blijft de boot afhouden. Toch steunen ze elkaar door dik en dun en is Camilla degene die Enea belt als zijn oma haar verhaal vertelt. Eindelijk komt Enea te weten waarom hij zijn oma’s achternaam heeft. Bovendien ontdekt hij welke rol schoolbuschauffeur (en dorpsdichter) Italo in zijn familiegeschiedenis heeft gespeeld.

Actuele geschiedenis

Marco Erba weet ook in dit boek weer heel goed het verleden actueel te maken voor jongeren. Hij beschrijft op eenvoudige en toch indringende manier de emoties en problemen waar tieners mee geconfronteerd worden, of dat nu in oorlogstijd is of op de middelbare school. Juist doordat zijn personages ook tijdens allesbepalende momenten in de geschiedenis worstelen met groepsdruk en hormonen, wordt de historische context behapbaar. Het is makkelijker om je voor te stellen hoe het was om op te groeien tijdens het fascisme in Italië en waarom die geschiedenis ook nu nog nawerkt. Marco Erba wil de lezers niet alleen waarschuwen voor elke vorm van onderdrukking, maar ook meegeven dat alle mensen uniek zijn en meer zijn dan de ideeën waar waar ze voor staan.

Bladzijde na bladzijde

Hoewel sommige onthullingen geen grote verrassingen zijn, en naar mijn idee ook niet bedoeld zijn als grote wendingen in het verhaal, was het ook dit keer weer lastig om me los te rukken uit het boek. Ik leefde mee met Rodolfo aan het ijskoude front, met Italo die voor twee moet leven, met Camilla en haar nare thuissituatie en met Enea, de studiebol die alles snapt behalve de liefde. Ook al ben ik allang geen tiener meer!

Quando mi riconoscerai – Marco Erba, Rizzoli, 2018.

Wat mij betreft zou ook Quando mi riconoscerai uitstekend passen in de Nederlandse boekenwereld, dus uitgevers: verwerf die rechten! En naar een goede vertaler hoeven jullie niet lang te zoeken.

Rianne leest: ‘Città d’argento’ van Marco Erba

‘L’odio è il veleno peggiore. Ma tu, se vuoi, hai l’antidoto.’
[‘Haat is het ergste gif. Maar jij hebt, als je wilt, het tegengif.’]

Een paar weken terug kreeg ik het ineens op mijn heupen: ondanks die stapel nog te lezen boeken in de boekenkast, moest en zou ik nieuwe Italiaanse boeken hebben. Dus ik dook in de bestsellerlijsten op ibs.it en kwam een paar boeken tegen waar ik wel erg enthousiast van werd. Een daarvan heb ik meteen gekocht als e-boek: Città d’argento van Marco Erba (2020).

 

Srebrenica, de zilverstad

In 1995 wordt in Srebrenica een van de zwartste pagina’s geschreven van de Europese geschiedenis van de afgelopen zeventig jaar. Edin was erbij en overleefde het. Maar zijn veertienjarige dochter weet alleen wat de geschiedenisboeken erover vertellen. Zij is geboren in Milaan en is nog nooit in Bosnië geweest, het land van haar vader en waar haar oma nog steeds woont. Ze weet niets over zijn jeugd, over de dagen die hij, Moslim, doorbracht met de Servische Goran, zijn allerbeste vriend. En over hoe de burgeroorlog een onoverkomelijke wig tussen hen dreef. Totdat ze samen met haar team uitgenodigd wordt voor een zwemtoernooi in Sarajevo en zowel Edin als zij niet meer aan de geschiedenis kunnen ontsnappen.

Schrijvende docent

Marco Erba (1981) geeft letterkunde op een middelbare school in Milaan. Voor zijn eerste roman Fra me e te [Tussen jou en mij] kreeg hij de Premio Galdus en de Premio Città di Cuneo. Dit boek is alweer zijn vijfde boek. Zelf noemt Marco dit het belangrijkste boek uit zijn carrière. Hij zegt: ‘[…] Allereerst is het een zeer ambitieus project om over de grootste genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog te willen vertellen, omdat er desondanks weinig mensen veel over weten. Deze roman is daarbij gericht op jongeren, maar wordt ook gelezen door volwassenen. Ten tweede gaat de roman over zeer actuele onderwerpen, ondanks dat de helft ervan zich vijfentwintig jaar geleden afspeelt. Veel kwesties en gebeurtenissen uit het Bosnië van die tijd, spelen ook nu nog in Italië en in Europa. Zoals het samenleven met mensen die anders zijn dan wij, het feit dat we mensen die anders zijn niet hoeven te haten en dat haat en geweld nooit de juiste manier zijn. Het thema dat verschillende religies vredig samen kunnen leven, totdat ze ingezet worden als instrument voor geweld.’ [Klik hier voor het hele interview, in het Italiaans].

Meer dan een young adult

Het thema van dit boek trok me enorm aan. De genocide in Srebrenica, het drama dat zich voltrok in Joegoslavië, liggen nog altijd erg gevoelig in Nederland. En ze zijn weer erg actueel nu er vijfentwintig jaar na dato steeds meer geheime documenten vrijgegeven mogen worden. Ik was tien toen de journaals vertelden over deze verschrikkelijke gebeurtenissen en het heeft veel indruk op me gemaakt. Ook in de jaren daarna, toen er steeds meer over bekend werd, volgde ik met speciale aandacht het nieuws. Mijn verwachtingen van dit boek waren dan ook hooggespannen en ik was benieuwd naar hoe de auteur de val van Srebrenica verwerkt had in iets wat op het eerste gezicht een klassiek Romeo en Juliet verhaal lijkt. Een meisje en jongen ontmoeten elkaar, maar hun families verbieden hun liefde, een verhaal dat al vele malen in vele vormen is verteld, met wisselend succes. In dit geval gaat het om de Bosnische Greta en de Servische Marko. Maar dit boek is zoveel meer dan een liefdesverhaal, het is een verhaal over trauma’s, over vriendschap, over haat en over loslaten.

Meer dan één perspectief

Marco Erba vertelt het verhaal vanuit verschillende perspectieven. Met Greta neemt hij de lezer mee in de belevingswereld van een doodgewone veertienjarige tiener, die zich druk maakt om wat haar vrienden, crushes en concurrentes op sociale media plaatsen en die haar weg probeert te vinden in haar familiegeschiedenis. Met haar vader, Edin, en haar oma, Ema, neemt Erba je mee naar het Srebrenica ten tijde van de burgeroorlog. Hij vertelt over hoe de oorlog vriendschappen verscheurde en schuwt ook de akelige dingen niet die er gebeurden in de oorlog. Edin en Ema laten twee kanten zien van traumaverwerking. Waar Edin zijn pijn en haat niet los lijkt te kunnen laten, heeft Ema bewust ervoor gekozen om niet te haten, want zo zegt ze: ‘Haat is het ergste gif.’ Een wijsheid die dit boek overstijgt.

Urgent

Città d’argento van Marco Erba is een intrigerend, goed geschreven boek dat onder je huid kruipt en je tot denken aanzet. Voor jongeren en volwassenen. Voor liefhebbers van liefdesverhalen, coming of age-verhalen, oorlogsverhalen en familieverhalen. In Italië, maar ook zeker in Nederland en Vlaanderen. Dus uitgevers, grijp je kans en haal die vertaalrechten binnen!

Città d’argento – Marco Erba, Rizzoli, 2020.

Opdracht fragmentvertaling Nederlands Letterenfonds

In april trok ik de stoute schoenen aan en deed ik een aanvraag voor de opdracht fragmentvertaling bij het Nederlands Letterenfonds. Dit is een speciale subsidieregeling om door coronacrisis getroffen schrijvers en vertalers te helpen. En ik heb de subsidie gekregen! In opdracht van het Nederlands Letterenfonds maak ik nu een leesrapport en een fragmentvertaling uit dit geweldige boek. Om het daarna bij uitgevers onder de aandacht te brengen via sociale media, e-mail en mijn website. En wie weet, misschien ligt de Nederlandse vertaling over een tijdje wel in de winkels!

Rianne leest: ‘Lo strano viaggio di un oggetto smarrito’ van Salvatore Basile

‘Sei tu che mi cambi i colori alla vita.’
[‘Jij verandert de kleuren in mijn leven.’]

Vorig jaar stond mijn tijdlijn op Twitter ineens vol met berichten over de langverwachte roman van Salvatore Basile: Lo strano viaggio di un oggetto smarrito [De vreemde reis van een verloren voorwerp] en ik was direct geïntrigeerd. Waar zou een roman met zo’n titel over gaan? Vast niet over de afdeling verloren voorwerpen van de Italiaanse spoorwegen, toch? Ik reserveerde het boek direct via ibs.it en telde verwachtingsvol de dagen tot het boek bezorgd zou worden. Een aantal weken later zat ik met het boek in de zon op ons dakterras en maakte ik een vreemde reis.

Op een klein stationnetje

Michele woont op het kleine station van Miniera di Mare. ‘s Morgens vertrekt van dit station de trein naar de grote stad, om ‘s avonds weer terug te keren. Vroeger was de vader van Michele was daar de stationschef en Michele is hem opgevolgd. Nu er zoveel is geautomatiseerd, houdt Michele zich vooral bezig met het verzamelen van de voorwerpen die door de reizigers zijn achtergelaten. In zijn kleine huisje heeft hij een kamer ingericht speciaal voor die voorwerpen, want ze worden toch nooit opgehaald. Totdat op een dag Elena voor zijn neus staat, op zoek naar de jas die ze in de trein heeft laten liggen. En zij zet Micheles leven op zijn kop.

De kleuren van het leven

Salvatore Basile woont in Rome en werk daar als scenarioschrijver en regisseur. Lo strano viaggio is zijn debuutroman en het boek leest als een film. Basile weet in een paar zinnen allesomvattende beelden te schetsen, waarin kleuren een grote rol spelen. Elena gelooft namelijk dat iedereen zijn eigen kleur heeft, die als een sterrenbeeld veel vertelt over wie je bent, maar Michele is nog kleurloos. Sinds het vertrek van zijn moeder is hij vastgeroest in zijn dagelijkse routine en komt hij het station niet meer af. Zijn kennismaking met Elena zet hem er toe aan om op zoek te gaan naar zijn moeder en uiteindelijk naar zijn kleur. Op zijn reis ontmoet hij allerlei mensen die hem op soms onnavolgbare wijze levenslessen meegeven. Regelmatig zat ik met een brok in mijn keel, om vervolgens weer te moeten grinniken om de rare fratsen van Michele. Lo strano viaggio di un oggetto smarrito is grappige, liefdevolle, ontroerende, vreemde reis die we allemaal zouden moeten maken.

Lo strano viaggio di un oggetto smarrito – Salvatore Basile, Garzanti, 2016.

Rianne leest – ‘Il Mangianomi’ van Giovanni De Feo

Zo’n drie jaar geleden beloofde ik in een blogpost dat ik regelmatig mijn favoriete Italiaanse fantasyromans in het zonnetje zou zetten. Eindelijk maak ik die belofte waar!
Ik trap af met het duistere sprookje dat mijn hart heeft gestolen: Il Mangianomi van Giovanni De Feo (Salani Editore, 2010).

“Una caccia spietata in boschi d’incubo. Un horrer fiabesco, un viaggio nel nostro immaginario più oscuro.”

[“Een meedogenloze jacht in nachtmerrieachtige bossen. Een sprookjesachtige horror, een reis door onze donkerste verbeelding.”]

Deze zin was mijn eerste kennismaking met dit boek en het begin van een indrukwekkend leesavontuur. Il Mangianomi (De Nameneter) is het eerste libro di fantascienza van Giovanni De Feo. De in Genova geboren schrijver werkte eerst als scenarioschrijver en als docent op internationale scholen in Amsterdam en Londen. Zijn ervaring als scenarioschrijver werkt hem absoluut niet tegen in dit boek. De veelal duistere scènes zijn meeslepend beschreven en het is vaak net of je zelf in het Ducato di Acquaviva bent.

Namen zijn van levensbelang

Il Mangianomi staat centraal. Het is een ongrijpbaar wezen dat alles op zijn pad van zijn of haar naam ontdoet. Of het nu mensen, dieren, huizen of planten zijn. Als Il Mangianomi langs is geweest, weten ze geen van allen meer wie of wat ze zijn. Het is dan ook niet helemaal toevallig dat namen een belangrijke rol spelen in dit verhaal. Zo is daar Magubalik met zijn drie honden, Maag, Uba en Lik, de Conte (graaf) di Torrespacca, de valk Gringiasangue en de stad Città dei Nomi. (Wat een leuke uitdaging zou het zijn om die namen te vertalen voor een Nederlandse uitgave!) En stuk voor stuk raken ze hun naam kwijt aan Il Mangianomi. Stel je voor hoe het zou zijn om je naam kwijt te raken, want wie ben je zonder je naam? En wat als jij je naam niet kwijt bent, maar als de rest van de wereld jouw naam kwijt is, wat dan?

In dit boek onderzoekt De Feo deze existentiële vragen en dat onderzoek heeft hij in een fascinerend, duister fantasyverhaal gegoten. Al zijn personages heb ik in mijn hart gesloten, zelfs Il Mangianomi, want De Feo weet ook dit monster iets herkenbaars mee te geven.

Dankzij de soepele vertelwijze word je het verhaal ingezogen en groei je samen met Magubalik, de held van het verhaal, van einzelgänger naar held naar uitgestotene die uit moet vogelen wie hij nu eigenlijk is. Het is in feite een bildungsroman met alle ingrediënten van een spannend sprookje: een held, een jonkvrouw die gered moet worden, een schurk, hulp uit onverwachte hoek en dieren met menselijke eigenschappen.

Kortom, het boek is niet alleen een fijn tijdverdrijf, maar ook een reis, een ontdekkingstocht en een onderzoek naar identiteit.

Italiaans leeslijstje

Zoals ik al eerder bekende, ben ik dol op fantasyliteratuur en op mijn leesstapel ligt altijd wel een fantasyroman. Maar dit betekent niet dat ik geen oog heb voor andere boeken. Integendeel, want ik lees zo’n beetje alles wat los en vast zit. Zelfs de koffievakbladen van mijn vriend zijn niet veilig. Net als veel andere leesfanaten, lees ik meerdere boeken tegelijk. Meestal ben ik bezig in een fantasyroman, een Nederlands (vertaald) boek en een Italiaanse uitgave. Het liefst lees ik moderne Italiaanse literatuur, of een giallo of een libro di fantascienza. Hieronder een klein overzicht van de Italiaanse titels van de afgelopen tijd.

Antonio Manzini Non è stagione (Sellerio, 2015) en Era di maggio (Sellerio, 2015)

Dit zijn alweer deel 3 en deel 4 in de serie over Rocco Schiavone. (Deel twee, La costola di Adamo, vertaalde ik voor Serena Libri). In deze twee boeken komen we meer te weten over het verleden van Rocco, kijken we toe hoe Rocco
een ingewikkelde ontvoeringszaak oplost, een nieuwe huisgenoot krijgt, een moord in de gevangenis onderzoekt en huilen we met hem en zijn Romeinse vrienden mee als zich een onvoorstelbare tragedie voltrekt. Net als de vorige twee delen, zijn ook deze lekker vlot geschreven met mooie (doch deprimerende beschrijvingen) van de eeuwige sneeuw in Aosta en scherpe dialogen.

Gianluca Morozzi Radiomorte (Ugo Guanda Editore, 2014)

Toen ik de achterkant van dit boek las, was ik meteen verkocht: ‘Kijk eens naar hoe de familie Colla de zaal binnenkomt. Kijk hoe ze hun plek innemen en gaat zitten, mooi, glimlachend en goed gekleed. Kijk en prent deze foto van de perfecte familie met de perfecte glimlach in je geheugen. Het is de laatste keer dan je ze samen zult zien.’ In dit boek staat de familie Colla centraal, een perfecte familie. Ze geven hun zoveelste radio-interview en alles lijkt op rolletjes te lopen, tot de diskjockey aankondigt dat ze dan wel met zijn vieren binnenkwamen, maar dat er slechts drie de studio weer zullen verlaten. Het boek leest als een film, compleet met zeer beeldende scènes, onverwachte plotwendingen en bizarre onthullingen. Morozzi kent geen genade en legt zijn personages helemaal bloot, the good, the bad and the ugly. Een echte Italiaanse noir dus, die nog lang door mijn hoofd gespookt heeft.

Clea Benedetti Il guerriero dell’eternità (Fabbri Editori, 2014)

De schrijfster was pas achttien toen ze deze dieselpunk fantasy schreef. Dit is het verhaal van Dunter, die erachter komt dat hij een essentieel onderdeel uitmaakt van een millennia oude cyclus. Het is het aloude verhaal over de balans tussen goed en kwaad, tussen donker en licht, in een wereld vol vreemde wezens, nieuwe energiebronnen en mensen met hun eigen agenda. Na het lezen van de laatste bladzijde weet je dat er nog delen zullen volgen, de reis van Dunter is nog maar net begonnen. Het verhaal is interessant en de wereld zit goed in elkaar. Toch lukte het me niet om echt in het boek op te gaan, omdat de schrijfster op een aantal punten te gehaast te werk gaat. Belangrijke omslagpunten in de reis van de held worden afgeraffeld en veldslagen lijken na twee pagina’s al gewonnen te zijn. Misschien dat er in het volgende deel wat meer aandacht besteed wordt aan de details, zodat je niet het idee hebt dat je achter de feiten aanloopt tijdens het lezen.

Lorenzo Licalzi L’ultima settimana di settembre (Rizzoli, 2015)

Wat heb ik gelachen tijdens het lezen van deze roman, hoewel het in feite helemaal niet zo’n grappig verhaal is. Schrijver Pietro Rinaldi is tachtig en besluit dat het genoeg is. Hij is klaar met het leven, het is tijd om eruit te stappen. Helaas gooit een reeks dramatische gebeurtenissen roet in het eten en voor hij het weet, maakt hij met zijn vijftienjarige kleinzoon Diego en Sid, de enorme hond, een roadtrip van Genova naar Rome. Het wordt een reis vol pijnlijke en zoete herinneringen waarin Pietro en Diego zichzelf en elkaar goed leren kennen. Alle ingrediënten voor een zoetsappig boek, maar niets is minder waar. Dankzij de subtiele ironie en humor van Licalzi, heeft de roman precies de juiste balans tussen luchtigheid en zwaarmoedigheid, tussen zelfspot en naastenliefde, tussen dood en leven. Een roman die ik maar wat graag zou willen vertalen!

In de boekenkast staan alweer nieuwe Italiaanse boeken klaar om gelezen te worden en dat is absoluut geen straf nu de lente eindelijk lijkt door te zetten!

Aankondiging: De rib van Adam

Deze maand komt mijn eerste boekvertaling uit: De rib van Adam van Antonio Manzini. Deze detective verscheen in 2014 als La costola di Adamo bij Sellerio Editore in Italië en wordt in Nederland uitgegeven door Serena Libri in Amsterdam.

Rocco

De rib van Adam is het tweede boek over vicequestore Rocco Schiavone, die in Zwarte piste (Serena Libri, 2013) zijn debuut maakt. Rocco Schiavone is een eigenzinnige man voor wie het oplossen van een moord met stip bovenaan zijn lijstje meest gehate bezigheden staat. En laat de dood van Ester Baudo nou net akelig veel op een moord lijken, of toch niet? De zaak is uiterst verwarrend en vergt het uiterste van Rocco, die toch al genoeg op zijn bordje heeft met twee incompetente agenten en een minnares die steeds veeleisender wordt. Ik heb me tijdens het vertalen kostelijk vermaakt en Rocco Schiavone in mijn hart gesloten.

Een lijk

Hier vast een kort fragment, om de spanning op te voeren:

Rocco greep het koordje van het raamluik beet en gaf een ruk. Langzaam kwam het grijze daglicht de kamer binnen. Van onderaf. Eerst de vloer met een omgevallen krukje. Bij de tweede ruk viel het licht op twee bungelende voeten, bij de derde op de benen, de langs het lichaam hangende armen en toen het rolluik uiteindelijk helemaal was opgetrokken, was de scène in al haar macabere naargeestigheid te zien. De vrouw hing met een dunne kabel aan de haak van de kroonluchter.

Op de site van Serena Libri kun je meer over het boek lezen: De rib van Adam.
(Waar je het ook alvast kunt bestellen!).

Over verdwenen enveloppen

Voor de lessen Nederlands aan de Vertalersvakschool moeten er niet alleen veel boeken gelezen worden, maar moeten er ook stijlstukjes worden geschreven. En dat valt lang niet altijd mee! Eerst ben ik in de huid van Multatuli gekropen voor een echt Droogstoppel-stukje, daarna waagde ik me aan Couperus en Bordewijk. Het laatste stukje dat ik geschreven heb, is gebaseerd op Nooit meer slapen van W.F. Hermans waarin het hoofdpersonage Alfred zichzelf continu voor de gek houdt. Een kolfje naar mijn hand, zo bleek later, want de tekst rolde binnen een halfuur uit mijn virtuele pen. Ziehier het resultaat:

Over verdwenen enveloppen

Ik heb nog geen uitnodiging ontvangen en dat is vreemd. Het boekenbal is deze maand al en ze hebben mij zeker uitgenodigd. Ze hebben vast gedacht: wat een debuut! Die moeten we uitnodigen! Volgende week ben ik het middelpunt van het boekenbal en sta ik naast schrijvers als Joost Zwagerman en Ramsey Nasr en word ik door hen gelauwerd.

Het bal is volgende week al en altijd ligt de uitnodiging minstens drie weken van tevoren op de mat. Drie weken? Of toch vier? In ieder geval op z’n laatst twee weken van tevoren. Het is nu een week van tevoren en de uitnodiging is er nog niet. Zou de postbode de envelop verloren zijn? Zodra die gedachte in mij opkomt, weet ik dat dit het antwoord moet zijn. De postbode had vorige week natuurlijk een tas vol poststukken. Natuurlijk lag de aan mij geadresseerde uitnodiging net bovenop. Bij het pakken van de post is die uitnodiging vast uit de tas gevallen en op de grond terecht gekomen. Zou de uitnodiging er nog liggen? Het is al een week geleden gebeurd, dus de uitnodiging kan best eens weggewaaid zijn. Of opgeraapt door iemand anders. Maar zou diegene dan niet gedacht hebben ‘Hè, wat vreemd, een brief zomaar op straat, wat is het adres? Ik breng het even langs.’ Dit had gekund, maar het is waarschijnlijker dat de vinder de uitnodiging heeft weggegooid. Uit jaloezie natuurlijk. Gerard van drie huizen verderop heeft al weken niets tegen mij gezegd. Hij heeft vast uit nijd de uitnodiging weggegooid. Maar dan ligt de uitnodiging ergens in een prullenbak of zelfs wel op de vuilnisbelt. Ik raak in paniek, maar bedenk me dan dat de vuilnismannen staken en de prullenbakken al meer dan een week niet geleegd zijn. Dat is een geluk, mijn uitnodiging ligt in een prullenbak niet ver hier vandaan, ze zijn me niet vergeten, maar door de samenloop van omstandigheden is de uitnodiging gewoon niet bij mij terechtgekomen. Als ik gewoon de vuilnisbakken afga, dan vind ik haar vanzelf.

Ik doe mijn jas en schoenen aan en ga naar buiten. Eerst naar links, daar komt de postbode altijd vandaan. De eerste prullenbak staat naast een boom. Hij zit propvol. Daar kan mijn uitnodiging nooit in zitten. Het is zo’n mooie envelop en die prop je niet in een overvolle prullenbak. Nu ik hier zo naast de prullenbak sta, lijkt het me eigenlijk erg onwaarschijnlijk dat zo’n mooie uitnodiging in een goudbedrukte envelop in een prullenbak terechtgekomen is. Nee, de vinder heeft de uitnodiging vast naar het postkantoor gebracht en de envelop ligt nu daar op mij te wachten. Ik ga naar het postkantoor. Welk postkantoor zou het kunnen zijn? Vast het postkantoor in deze wijk. Waar was het postkantoor ook alweer? Ik wil mijn iPhone pakken, maar merk dat ik die thuis heb laten liggen. Eerst naar huis gaan is geen optie, niet nu ik zo dichtbij mijn uitnodiging ben. Dan zonder kaart het postkantoor vinden. Het moet hier in de buurt zijn. Links en rechts staan huizen. Een postkantoor ligt altijd in de buurt van winkels. Die zijn hier niet. Misschien een stuk verderop in deze straat. Of toch de andere straat. Links en rechts lijken sprekend op elkaar. Niets dat op de aanwezigheid van het postkantoor zou kunnen duiden. Ik krijg het er warm van. Door al dat heen en weer lopen, ben ik gaan zweten en is mijn gezicht rood geworden. Zo kan ik niet aan komen lopen bij het postkantoor en mijn uitnodiging halen. Wat zullen ze wel niet denken? En een schrijver van mijn kaliber die zijn uitnodiging op het postkantoor moet afhalen, dat bestaat niet. Nee, het postkantoor valt af.

Wat nu… de zon staat al lager. Mijn huisdeur komt in zicht. In de verte komt er iemand aangefietst. Het is de postbode. Hij komt vast mijn uitnodiging brengen, met excuses. Snel ga ik naar binnen. Jas uit, gezicht afdrogen, haar fatsoeneren. Dan hoor ik een ping! Mijn iPhone ligt in de gang, een mailtje van de uitgeverij. Dat is raar, voor zo’n prestigieus bal verzenden ze de uitnodiging toch niet via de mail? Wellicht is het aanvullende informatie, over het vervoer dat ze voor me regelen. Ik open de mail: manuscript afgewezen.

Literair debuut en geweldige recensies

Op mijn oude website plaatste ik vorige jaar een blog naar aanleiding van mijn eerste gepubliceerde literaire vertaling:

Ik ben dol op lezen. Ik laat me graag meevoeren naar een andere wereld. Stiekem ben ik altijd een beetje jaloers geweest op mijn favoriete schrijvers. Zij nemen hun lezers mee op reis en laten ze even de echte wereld vergeten. En als vertaler zorg je ervoor dat ook mensen die bijvoorbeeld het Italiaans niet machtig zijn, toch die reis kunnen maken. Sinds de middelbare school droom ik er daarom van om in de boekhandel boeken te zien liggen met daarin: vertaling Rianne Aarts.
Met het verschijnen van de verhalenbundel De stedenverzamelaar bij Serena Libri is het eindelijk zover! Op pagina 178 staat het dan: ‘Het wilde hart van Florence werd vertaald door Rianne Aarts.’ Mijn literaire debuut en tegelijkertijd ook het Nederlandse literaire debuut van Enzo Fileno Carabba, de schrijver van dit humoristische verhaal over opticiens, spoken, nijlpaarden en Florence.
Er staan nog meer leuke, mooie, ontroerende, spannende en grappige verhalen in deze bundel. 20 schrijvers en 20 vertalers, en zeker niet de minsten! Denk aan Alessandro Perissinotto vertaald door Tom de Keyzer, Giulio Mozzi vertaald door Jan van der Haar, Nicola Lagioia vertaald door Frans Denissen (winnaar van de Martinus Nijhoff prijs 2011) en Diego De Silva vertaald door Liesbeth Dillo. Het is duidelijk dat ik me in goed gezelschap bevind en dat is een grote eer.
Voor iedereen die benieuwd is naar dit boek, het is te koop bij de boekhandel en ook te bestellen bij de uitgeverij, via: Serena Libri.
Buona lettura!

Het boek is inmiddels bijna een jaar uit en er zijn een paar prachtige recensies verschenen, die ik graag wil delen. Zo schrijft Saskia Balmaekers dat het verhaal over Florence haar favoriete verhaal in de bundel is: Ciao tutti (let vooral op de zin na het leesfragment!) en beschrijft Frank Heinen hoe De stedenverzamelaar het gevoel van het hedendaagse Italië verrassend dicht nadert: 8 weekly.

Lezen dus, die bundel!